Loonkostenvoordeel (LKV) en Lage inkomensvoordeel (LIV)

Wilt u in aanmerking komen voor LKV? Wees er dan van bewust dat u maar heel kort de tijd heeft om dit te regelen. Een strakke regie is dus belangrijk.

Met ingang van 1 januari 2017 is de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) van kracht. In deze wet zijn drie tegemoetkomingen in de loonkosten voor werkgevers geïntroduceerd om mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt in dienst te nemen of te houden:

  1. het Loonkostenvoordeel (LKV)
  2. het Lage-inkomensvoordeel (LIV);
  3. tegemoetkoming verhoging minimumjeugdloon (jeugd-LIV)

Het LKV vervangt sinds 1 januari 2018 de ‘mobiliteitsbonus’ die op 1 januari 2013 inging. Het nadeel van de mobiliteitsbonus was dat deze alleen loonde voor grotere bedrijven. De mobiliteitsbonus was een premiekorting: een bedrijf verrekende de korting met de te betalen premies werknemersverzekeringen. Kleine bedrijven ontvingen zo meestal niet het volledige bedrag aan mobiliteitsbonus omdat je nooit meer korting kan krijgen dan je in totaal aan premies moet betalen. Het nieuwe systeem maakt het ook voor kleinere bedrijven aantrekkelijk om arbeidsgehandicapten of oudere werknemers aan te nemen.

LKV

Het LKV kent vier doelgroepen:

  • oudere werknemers: werknemers van 56 jaar of ouder die voor indiensttreding een uitkering kregen (o.a. WW, Wajong, WIA of bijstand);
  • arbeidsgehandicapte werknemers die nieuw in dienst komen;
  • arbeidsgehandicapte werknemers die herplaatst worden;
  • werknemers uit de doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden.

Voor elke groep gelden verschillende voorwaarden. Om aan te tonen dat iemand aan de voorwaarden voldoet, is een doelgroepverklaring vereist. Die moet de werknemer zelf aanvragen bij UWV, binnen 3 maanden na indiensttreding of herplaatsing. Hierop is één uitzondering: als de werknemer 56 jaar of ouder is en bovendien een uitkering op grond van de Participatiewet (bijstand), IOAW of IOAZ ontvangt, dan moet de werknemer de doelgroepverklaring bij de gemeente aanvragen. De werknemer kan de werkgever ook machtigen om namens hem een doelgroepverklaring aan te vragen.

Let op de termijn van 3 maanden!

Die termijn van 3 maanden is belangrijk. Wanneer u dus op 1 april 2018 een werknemer aanneemt die voldoet aan de voorwaarden voor LKV, dan moet voor 1 juli een doelgroepverklaring door de werknemer zijn aangevraagd! Het advies is dat u al voor de start van de indiensttreding aangeeft dat u deze doelgroepverklaring wilt ontvangen. En dat wanneer het arbeidscontract getekend is, de werknemer dan ook de machtiging invult voor de doelgroepverklaring. Let op: de werknemer is niet verplicht hieraan mee te werken.
Twee maanden na indiensttreding is de werknemer wel verplicht op verzoek van de werkgever aan te geven of er sprake is van een arbeidshandicap of structurele functionele beperkingen. Dit is geregeld in artikel 38b Ziektewet. Het nadeel van pas na twee maanden uitvragen is echter dat u dan nog maar een maand de tijd heeft om een doelgroepverklaring aan te (laten) vragen. Het is dus van belang dit proces heel strak te regelen.

Eenvoudig

Heeft u de doelgroepverklaring binnen, dan werkt het verder eenvoudig. U zet de indicatie ‘LKV’ op ‘ja’ bij iedere aangifte loonheffingen. Dit doet u ook voor werknemers die vallen onder het overgangsrecht.

De doelgroepverklaring is het bewijs dat u het LKV mag toepassen. Het is dus zaak de doelgroepverklaringen goed te administreren. Als u later geen exemplaar kan overleggen als de Belastingdienst daar om vraagt, kan er een boete volgen. Ook krijgt u dan met terugwerkende kracht geen LKV meer.

Maximumbedrag

Hoeveel LKV u ontvangt, is afhankelijk van de doelgroep waartoe de werknemer behoort. Het maximumbedag is € 6.000 per jaar, voor maximaal drie jaar.

Doelgroep Bedrag per verloond uur Maximum per jaar Aantal jaren
Oudere werknemer (56 jaar en ouder) € 3,05 € 6.000 3
Arbeidsgehandicapte werknemer € 3,05 € 6.000 3
Herplaatsing arbeidsgehandicapte werknemer € 3,05 € 6.000 1
Doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden € 1,01 € 2.000 3

Het LKV is een tegemoetkoming per uur in plaats van per jaar: u krijgt dus een vast bedrag per verloond uur. Dit bedrag ontvangt u achteraf van de Belastingdienst; dat betekent na afloop van een kalenderjaar. Het UWV berekent op basis van uw loonaangiften over 2018 voor welke werknemers u recht heeft op het LKV. De Belastingdienst stuurt u uiterlijk 31 juli 2019 de definitieve berekening en keert dan binnen 6 weken uit, dus voor medio september 2019. U profiteert dus niet direct van het LKV.

No-riskpolis minstens zo belangrijk

Het is niet alleen voor het LKV belangrijk om te weten of uw werknemer een arbeidshandicap heeft. Dit is ook belangrijk om te weten of de werknemer recht heeft op de no-riskpolis. In dat geval betaalt UWV gedurende de eerste vijf jaar van het dienstverband een eventuele ziekteperiode van de werknemer. Ook mag een eventuele daaropvolgende WGA-uitkering niet aan u worden doorbelast . in de gedifferentieerde premie Werkhervattingskas.
Vraag daarom altijd direct na twee maanden dienstverband aan de werknemer of er sprake is van een arbeidshandicap of structurele functionele beperkingen. Zo kan dit direct meegenomen worden bij de loonaangifte. Uw werknemer is verplicht deze informatie aan u te verstrekken conform Artikel 38b Ziektewet. U moet er wel zelf actief naar vragen. Dit is lonend voor elke werkgever! Het belang van het LKV loopt op tot € 18.000 euro, maar het belang van de no-riskpolis kan bij langdurige arbeidsongeschiktheid oplopen tot meer dan € 200.000!

Overgangsregeling

Maakte u gebruik van de premiekorting oudere of arbeidsgehandicapte werknemer? Deze zijn per 1 januari komen te vervallen, maar kunnen wel worden omgezet in een loonkostenvoordeel. U ontvangt dan per werknemer het LKV voor de periode dat u nog recht zou hebben op de premiekorting. Voor werknemers die vallen onder de overgangsregeling, heeft u voor het aanvragen van het loonkostenvoordeel geen doelgroepverklaring nodig.
Stel, u heeft op 1 juli 2015 een werknemer van 56 jaar aangenomen. U heeft maximaal 3 jaar recht op de premiekorting oudere werknemer, dus tot 1 juli 2018. Dan heeft u vanaf 1 januari 2018 nog 6 maanden recht op het LKV.
Om in aanmerking te komen voor de overgangsregeling moet u het volgende doen:

  1. U geeft in uw aangifte over het laatste aangiftetijdvak van 2017 aan dat u voor een werknemer de premiekorting oudere werknemer of arbeidsgehandicapte werknemer toepast. Is dat niet gebeurd, dan kunt u dit uiterlijk op 1 mei 2018 corrigeren.
  2. U vult in deze aangifte ook het bedrag van de premiekorting in. Ook dit kunt u uiterlijk op 1 mei 2018 corrigeren.
  3. U geeft in uw aangiften over 2018 aan dat u LKV voor deze werknemer wilt aanvragen.

Let op: correctieberichten die de Belastingdienst na 1 mei 2018 ontvangt, worden niet verwerkt voor de overgangsregeling.

LIV

Het Lage-inkomensvoordeel (LIV) is al per 1 januari 2017 ingegaan en is een tegemoetkoming als u mensen in dienst heeft met een laag loon.

  • voor werknemers die tussen de 100% en 110% van het minimumloon verdienen (in 2018 tussen € 9,82 en € 10,81) krijgt u maximaal € 2.000 per werknemer per jaar.
  • voor werknemers die tussen de 110% en de 125% van het minimumloon verdienen (in 2018 tussen € 10,82 en € 12,29) krijgt u maximaal € 1.000 per werknemer per jaar.

Verder geldt als voorwaarde dat de werknemer minimaal 1248 verloonde uren in een jaar heeft en dat hij nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. Het LIV kent geen maximumduur en is van toepassing zolang iemand aan de voorwaarden voldoet.

U hoeft het LIV niet zelf aan te vragen. UWV bepaalt aan de hand van uw loonaangiften voor welke werknemers u recht heeft op het LIV. Het LIV wordt toegekend per werknemer, per verloond uur. Het is dus belangrijk het aantal verloonde uren goed in te vullen, anders loopt u misschien geld mis.

De 1248 verloonde uren per jaar is een harde eis. Voor iemand die niet het hele jaar in dienst is, is het dus lastig om aan die eis te voldoen. Dat geldt ook als iemand in de loop van het jaar de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.

Samenloop

U kunt niet voor dezelfde werknemer LKV en LIV ontvangen. In dat geval wordt alleen het hoogste bedrag uitbetaald. Zijn de bedragen van het LKV en het LIV hetzelfde, dan wordt alleen het LKV uitbetaald. Een LKV en de jeugd-LIV kunnen wel samenlopen.

Jeugd-LIV

Per 1 januari is ook het jeugd-LIV ingegaan. Dit is een tegemoetkoming in de loonkosten als u jongeren van 18 tot en met 21 jaar in dienst heeft die het minimumjeugdloon verdienen. Het jeugd-LIV is bedoeld als compensatie voor de verhoging van het minimumjeugdloon. UWV stelt in 2019 aan de hand van de polisadministratie vast of u in aanmerking komt voor het jeugd-LIV. U hoeft hiervoor verder niets te doen. Het bedrag aan jeugd-LIV per uur verschilt per leeftijd. Hoeveel de tegemoetkoming precies is hangt af van het aantal verloonde uren van de werknemer en van zijn leeftijd. Ook hier geldt dus dat het belangrijk is goed de verloonde uren in te vullen.

Geplaatst in Geen categorie

Mijn VeReFi & CS Opleidingen

Inloggen

Wachtwoord kwijt