Vanaf 1 januari 2020 compensatie transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid

Werkgevers worden vanaf 2020 gecompenseerd voor de transitievergoeding die zij moeten betalen bij het ontslag van langdurig zieke werknemers. De Tweede Kamer heeft op 5 juli ingestemd met dit wetsvoorstel van minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Het verschuldigd zijn van een transitievergoeding na een ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid wordt vaak als onrechtvaardig ervaren. Immers, de werkgever heeft (veelal) al gedurende twee jaar het loon tijdens ziekte betaald en heeft kosten gemaakt gericht op de re-integratie van de werknemer in zijn bedrijf of bij een andere werkgever. Werkgevers worden daarom  gecompenseerd voor de betaalde transitievergoeding en de eventueel daarop in mindering gebrachte transitie- en inzetbaarheidskosten. UWV zal die compensatie verstrekken vanuit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf). Hier staat een verhoging van de uniforme Awf-premie tegenover.

Terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2015

De maatregel zal ook van toepassing zijn in situaties waarin de arbeidsovereenkomst op of na 1 juli 2015 (datum van inwerkingtreding van de wijziging van het ontslagrecht) is geëindigd of niet is voortgezet. Zo worden verschillen voorkomen tussen werkgevers die voor en na inwerkintreding van de maatregel tot ontslag overgaan. De regeling geldt ook als de arbeidsovereenkomst na twee jaar ziekte met wederzijds goedvinden wordt beëindigd en daarbij een vergoeding wordt afgesproken.

Regeling van toepassing op alle bedrijven

Het regeerakkoord Rutte 3 sprak alleen over deze compensatie voor kleine bedrijven (< 25 werknemers), maar dat is niet nader uitgewerkt in een aanpassing op dit wetsvoorstel. Zoals het er nu naar uitziet, geldt de maatregel dus ook voor grote bedrijven. Wel stuurde de minister op 4 juli 2018 nog een brief naar de Tweede Kamer waarin hij aangeeft dat nadere uitwerking van regels in bijzondere situaties samenhangt met de uitwerking van de Wet arbeidsmarkt in balans. De bespreking over de Wet arbeidsmarkt in balans zal nog ruimte kunnen geven tot verandering. Zolang de wet niet is gepubliceerd in de Staatscourant is er dus nog niets definitief.

Beperkingen aan hoogte vergoeding

Er wordt een aantal beperkingen aangebracht in de hoogte van de compensatie die aan een werkgever wordt verleend:

  1. De compensatie bedraagt maximaal de transitievergoeding waar een werknemer recht op zou hebben op het moment dat de loondoorbetalingsplicht eindigt.
  2. De compensatie zal niet meer bedragen dan het brutoloon dat aan de werknemer tijdens ziekte is betaald.
  3. Als aan een werkgever een loonsanctie is opgelegd telt die periode niet mee bij de berekening van de hoogte van de compensatie.
Geen recht op compensatie als er wettelijk geen recht op transitievergoeding bestond

Bij een beëindiging met wederzijds goedvinden zal de compensatie nooit hoger zijn dan de transitievergoeding die zou gelden als de arbeidsovereenkomst door opzegging of ontbinding zou zijn geëindigd. Dit betekent dat als er wettelijk gezien geen recht op transitievergoeding bestaat, er ook geen vergoeding zal worden toegekend. Dit geldt bijvoorbeeld als een transitievergoeding is toegekend aan iemand die korter dan 2 jaar in dienst was. (Dit gaat wel wijzigen wanneer het Wetsvoorstel Wet arbeidsmarkt in balans in gaat, omdat dan al recht op transitievergoeding ontstaat vanaf de eerste werkdag).

Ministeriële regeling met regels voor aanvraag en verstrekking

Bij ministeriële regeling zullen regels worden gesteld voor de aanvraag en verstrekking van de compensatie. Het gaat dan bijvoorbeeld om de aanvraagprocedure en aanvraagtermijn. Gedacht wordt aan een termijn van zes maanden nadat de werkgever een contractuele of transitievergoeding heeft betaald. De werkgever zal aannemelijk moeten maken dat recht bestaat op de compensatie en de omvang hiervan. UWV zal een aanvraagformulier beschikbaar stellen waaruit blijkt welke informatie de werkgever moet aanleveren.

Kosten

In de structurele situatie zal naar verwachting voor 13.300 gevallen per jaar compensatie worden toegekend. Het gemiddelde bruto bedrag per verstrekte transitievergoeding bedraagt volgens het wetsvoorstel ca. €13.700. De structurele kosten van het voorstel bedragen daarmee ca. € 180 miljoen aan uitkeringslasten. Aangezien de compensatie ook aangevraagd kan worden als de arbeidsovereenkomst op of na 1 juli 2015 is geëindigd of niet is voortgezet, zullen de kosten in het aanvangsjaar (2019) 4,5 keer zo hoog zijn als in een normaal jaar. Verder zullen de uitkeringslasten tot 2020 hoger zijn dan in de jaren daarna, omdat tot 1 januari 2020 (als overgangsmaatregel) voor oudere werknemers een hogere transitievergoeding geldt. De kosten bedragen daarmee ca. € 970 miljoen aan uitkeringslasten in 2019.  Als gevolg van het voorstel zal de Awf-premie in 2019 worden verhoogd met ongeveer 0,5% en structureel zal de Awf-premie met ca. 0,1% worden verhoogd.

Ontslag om bedrijfseconomische redenen

Ook krijgen cao-partijen meer ruimte om af te wijken van de transitievergoeding die verschuldigd is bij ontslag om bedrijfseconomische redenen. Wel moet de cao voorzien in een redelijke financiële vergoeding of in voorzieningen die de kans op nieuw werk vergroten.

Geplaatst in Geen categorie

Mijn VeReFi & CS Opleidingen

Inloggen

Wachtwoord kwijt